Regeling van de Minister van Sociaal Beleid en Werkgelegenheid van 10 mei 2023 nr. 2023-0000046021 tot wijziging van de verblijfsregels in de sociale verzekering vanaf 2012 met het oog op actualisering van de coëfficiënten van het woonland voor het kalend (2023)

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Onder verwijzing naar art. 12, 2de lid, in de algemene wet op de kinderbijslag, art. 17, derde lid, art. 18, 4e lid, art. artikel 29, lid 3, artikel 29, zesde lid en artikel 29, lid Nabestaanden, artikelen 2, 12 en 13 Wet op het kinderbudget en art. Artikel 62, lid 2 en 3, in de Wet werk en inkomen afhankelijk van arbeidsvermogen;

Beslissing:

ARTIKEL I

De bijlage bij het beginselbesluit sociale zekerheid van de woonstaat 2012 wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024.

Deze regeling zal met toelichting en een bijlage worden gepubliceerd in de Diário da República.

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. naar Gennip

BIJLAGE BIJ ARTIKEL I

BIJLAGE BEDOELD IN ART. 1 VERORDENING BETREFFENDE VERBLIJFSREGELS IN DE SOCIALE ZEKERHEID VAN 2012

In de tabel zijn woonlandfactoren opgenomen die gelden vanaf 1 januari 2023. Merk op dat de woonlandfactor soms verandert als gevolg van een wijziging in het bilaterale sociale zekerheidsakkoord. Deze veranderingen hebben een directe impact. Dat wil zeggen, ze worden toegepast zonder de tabel te wijzigen. Bij de volgende herziening van de factortabel woonland zullen deze wijzigingen in de tabel worden doorgevoerd.

In de tabel is met sterretjes aangegeven dat de verschillen betrekking hebben op enerzijds de toepassing van het woonlandbeginsel voor de gewone nabestaandenwet, de WGA-gezellinuitkering en eventuele toeslagen daarop en anderzijds kinderbijslag en kindgebonden budget hand. de andere hand.

*: Als in de tabel voor uw land een * staat, geldt de woonlandregel niet alleen voor het algemeen nabestaandenrecht, begeleidende WGA-uitkeringen en eventuele toeslagen die voortvloeien uit bilaterale sociale zekerheidsovereenkomsten tussen het betreffende land en Nederland. In dat geval kan het woonlandbeginsel van toepassing zijn op de kinderbijslag en het kindgebonden budget.

**: Als ** is opgenomen in de landentabel, kan het woonlandbeginsel niet worden toegepast op enig recht in dat land vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland.

Terra

Woonlandfactor 2024

Afganistan

30 %

Albanië

50 %

Algerije

40 %

Andora

90 %

Angola

40 %

Antigua op Barbuda

90 %

Argentinië*

50 %

Armenië

40 %

Aruba

80 %

Australië**

100 %

Azerbeidzjan

40 %

Genomen

100 %

Bahrein

60 %

Bangladesh

50 %

Barbados

100 %

Wit-Rusland

40 %

Belize*

80 %

De mijne

40 %

Bhutan

30 %

Bolivia

50 %

Bonaire

70 %

Bosnië Herzegovina**

50 %

Botsuana

50 %

Brazilië

60 %

Brunei Darussalam

60 %

Burkina Faso

50 %

Burundi

40 %

Cambodja

40 %

Je hebt**

100 %

De Centraal-Afrikaanse Republiek

60 %

Peper*

70 %

Diepte

80 %

Colombia

40 %

De Comoren

50 %

Congo, Democratische Republiek

60 %

Congo, Republiek

80 %

Costa Rica

70 %

Omdat

60 %

Curacao

90 %

Djibouti

70 %

Dominica

80 %

Dominicaanse Republiek

50 %

Ecuador*

60 %

Egypte*

40 %

Redder

60 %

Equatoriaal-Guinea

60 %

Erytrea

50 %

Em Swat

50 %

Ethiopië

40 %

Fiji

50 %

filipijns*

50 %

Gabon

70 %

Gambia

40 %

Georgië

40 %

Gana

50 %

Grenada

70 %

Guatemala

60 %

Guinea

50 %

Gwine Bissau

50 %

Guyana

50 %

Haïti

70 %

Honduras

50 %

SAR Hongkong, China*

90 %

Indie

40 %

Indonesië**

40 %

Irak

60 %

Zal zijn

30 %

Israël

100 %

Costa de Marfim

50 %

Jamaicaans

60 %

Japan*

100 %

Jemen

50 %

Jordanië*

50 %

Kap Verde

60 %

Kameroen

50 %

Kazachstan

40 %

Kenia

50 %

Kirgizië

30 %

Kiribati

90 %

Kuwejt

80 %

Kosovo

50 %

Laos

40 %

Lesotho

50 %

Libanon

40 %

Liberia

50 %

Libië

30 %

Macau Speciale Administratieve Regio, China

70 %

Madagascar

40 %

Malawi

50 %

De Malediven

60 %

Maleisië

50 %

Mali

50 %

Marokko1

50 %

Marshall eilanden

100 %

Mauritanië

50 %

Mauritius

50 %

Mexico

60 %

Micronesië

100 %

Moldavië

40 %

Monaco*

100 %

Mongolië

40 %

Montenegro**

50 %

Mozambique

50 %

Myanmar

30 %

Namibië

60 %

Nauru

90 %

Nepal

40 %

Nicaragua

40 %

Nieuw-Zeeland**

100 %

Niger

50 %

Niger

50 %

Noord-Macedonisch*

50 %

Oeganda

40 %

Oekraïne

40 %

Oezbekistan

30 %

Oman

60 %

Pakistan

30 %

Palau

90 %

Panama*

60 %

Papoea-Nieuw-Guinea

80 %

Paraguay*

50 %

Peru

60 %

Genomen

80 %

de Russische Federatie

50 %

Rwanda

40 %

Saba

70 %

Saint Kitts en Nevis

70 %

Sint Lucia

80 %

Saint Vincent en Grenadinerne

70 %

Solomon eilanden

100 %

Samoa

70 %

San Marino

90 %

Sao Tomé en Principe

60 %

Saudi-Arabisch

60 %

Senegal

50 %

Servië**

50 %

Buitenlander

60 %

Sierra Leone

30 %

Singapore

70 %

Sankt Eustace

80 %

Sint Maarten (Parte Francesa)

100 %

Sint Maarten (Nederlandse versie)

70 %

Soedan

30 %

Somalisch

40 %

Sri Lanka

30 %

Suriname**

40 %

Syrië

50 %

Tadzjikistan

30 %

Taiwan

80 %

Tanzania

50 %

Thailand*

50 %

Timor Lido

60 %

I

50 %

Tonga

80 %

Trynidad en Tobago

70 %

Tsjaad

50 %

Tunesië**

40 %

Peru2

40 %

Turkmenistan

60 %

Tuvalu

100 %

Uruguay

80 %

Vanuatu

100 %

Venezuela

50 %

Het Verenigd Koninkrijk3

100 %

Verenigde Arabische Emiraten

70 %

VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA**

100 %

Vietnam

40 %

De Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook

70 %

Zambia

40 %

Zimbabwe

90 %

Zuid-Afrika**

60 %

Zuid-Korea**

90 %

Zuid Soedan

50 %

XRekening

1

Voor Marokko staan ​​de verdragen met betrekking tot het land van verblijf in het Protocol tot wijziging van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, ondertekend op 14 februari 1972 te Rabat, ondertekend op 4 juni 2016, zoals gewijzigd en ondertekend op 30 september 1996, van toepassing op Marokko. en 24 juni 2002 (Trb.2016/67). De woonlandfactor in deze tabel is dus alleen van toepassing op personen die werkzaam zijn in het algemeen belang, voor zover zij volgens het Exportbesluit Regeling Kinderbijslag na 1 januari 2021 recht hebben op kinderbijslag voor kinderen die in Marokko verblijven.

XRekening

2

In het geval van Turkije geldt dit voor Anw en WGA begeleidende uitkeringen, die worden geëxporteerd op grond van het besluit van de Associatieraad dat het woonlandbeginsel niet kan worden toegepast, evenals voor Turkse ontvangers van kinderbijslag voor kinderen die in Turkije wonen in het kader van het besluit CRvB van 14 februari 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:510).

XRekening

3

In het geval van het Verenigd Koninkrijk kan het woonlandbeginsel niet worden toegepast als het EU-VK Terugtrekkingsakkoord, het EU-VK Handelsakkoord of het bilateraal verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en het VK de toepassing van het land van woonplaats principe.

UITLEG

Bij dit besluit tot wijziging van de bijlage bij het besluit sociale zekerheid verblijfsregels 2012 (hierna: het besluit), bedoeld in art. 1 van deze regeling wordt vervangen door de bijlage bij deze wijzigingsregeling. In de bijlage staan ​​geactualiseerde coëfficiënten voor het woonland.

Het systeem is afgeleid van het woonlandbeginsel uit de Wet sociale zekerheid. Het doel van deze wet is om te voorkomen dat Nederlandse dienstverlening buiten een van de andere EU-lidstaten, een andere verdragsstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland niet voldoet aan de lokale normen. Dit geldt alleen in situaties waarin export van diensten mogelijk is op basis van bilaterale afspraken of nationale wetgeving. Namelijk uitkeringen op grond van de Algemene Nabestaandenwet, de WGA-toeslag en eventuele aanvullingen daarop, de kinderbijslag en het budget voor kinderen.

In de bijlage bij de wijzigingsregeling is aangegeven welk percentage - de zogenaamde woonlandindicator - het kostenniveau in een bepaald land bepaalt ten opzichte van het kostenniveau in Nederland. Dit percentage is echter niet hoger dan 100. Als de rechthebbende respectievelijk het kind buiten een van de bovengenoemde landen woont, wordt het bedrag van deze uitkeringen bepaald op basis van de coëfficiënt van het woonland vermenigvuldigd met het bedrag van de overeenkomstige uitkering in Nederland.

De in de bijlage genoemde percentages worden verkregen door de verhouding te berekenen tussen de koopkrachtpariteitswaarden (gecorrigeerd met de wisselkoers) voor het woonland en Nederland. Het is gebaseerd op de laatste cijfers van de Wereldbank1. Op dit moment zijn de cijfers voor 2021. Uitkeringen kunnen ook worden geëxporteerd naar landen waarvan de koopkrachtpariteitswaarde onbekend is bij de Wereldbank. Op basis van een andere economische indicator is het bruto binnenlands product (hierna: BBP) per2dan wordt het koopkrachtpariteitscijfer afgeleid. De resulterende percentages voor verschillende landen worden uitgedrukt in termen afgerond op het dichtstbijzijnde tiental, afgerond naar boven. voor landen3Geen van de belangrijke economische gegevens waarover de Wereldbank beschikt, is afgeleid van het BBP per jaar van de VN bevolkingscijfer.4een PPP-waarde afgeleid voor 2021. Nederlands BBP per Voor de bepaling van de PPP-waarde voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba is gebruik gemaakt van statistieken per hoofd van de bevolking5rond 2020

Koopkrachtpariteitswaarden zijn onderhevig aan veranderingen in de kostenniveaus van landen. Dit verklaart de variatie in de woonlandfactor voor sommige landen ten opzichte van 2023. De cijfers veranderen ook omdat ze worden afgerond op tientjes. Gezien deze schommelingen is er een periode van aankondigingen en voorbereidingen voor wijzigingen. Deze wijzigingsregeling treedt dus in werking bij vaststelling en publicatie op 1 januari 2024.

Soms verandert de woonlandfactor als gevolg van een wijziging in het bilaterale socialezekerheidsakkoord. Deze veranderingen hebben meestal een direct effect. Dit betekent dat ze worden gebruikt zonder dat (de bijlage bij) de verordening hoeft te worden gewijzigd. Bij de volgende herziening van de factortabel woonland zullen deze wijzigingen in de tabel worden doorgevoerd. Deze disclaimer in tabelvorm verschijnt bovenaan de tabel.

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. naar Gennip

XRekening

1

Wereldbank Index: "PPP (BBP) prijsniveau tov marktkoers"

https://data.worldbank.org/indicator/PA.NUS.PPPC.RF, geraadpleegd op 3 april 2023.

XRekening

2

Wereldbankindex: "BBP per hoofd van de bevolking (huidige Amerikaanse dollars)"

https://data.worldbank.org/indicator/NY.GDP.PCAP.CD, geraadpleegd op 3 april 2023.

XRekening

3

Cuba, Eritrea, Jemen, Koeweit, San Marino, Sint Maarten (het Nederlandse deel), Syrië, Turkmenistan, Venezuela, Zuid-Soedan.

XRekening

4

VN-index: "BBP per hoofd van de bevolking in lopende prijzen - Amerikaanse dollars"

http://data.un.org/Data.aspx?q=gdp+na+mieszkańca&d=SNAAMA&f=grID%3a101%3bcurrID%3aUSD%3bpcFlag%3a1, geraadpleegd op 29 maart 2023.

XRekening

5

Centraal Bureau voor de Statistiek Index: 'Caribisch Nederland; bruto binnenlands product (bbp) per inwoner"https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/85251NED/table?dl=7B90F, gehoord op 16 februari 2023.

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Kerri Lueilwitz

Last Updated: 18/05/2023

Views: 5347

Rating: 4.7 / 5 (67 voted)

Reviews: 90% of readers found this page helpful

Author information

Name: Kerri Lueilwitz

Birthday: 1992-10-31

Address: Suite 878 3699 Chantelle Roads, Colebury, NC 68599

Phone: +6111989609516

Job: Chief Farming Manager

Hobby: Mycology, Stone skipping, Dowsing, Whittling, Taxidermy, Sand art, Roller skating

Introduction: My name is Kerri Lueilwitz, I am a courageous, gentle, quaint, thankful, outstanding, brave, vast person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.